Maandelijks archief: november 2016

Dromen naar volwassenheid

Blijven hangen in het bekende verhaal (zie vorige week) is ook een manier om te ontkomen aan de verantwoordelijkheid voor het eigen leven. Het heeft voor mij te maken met volwassen worden. Pas kort geleden realiseerde ik mij dat ik mezelf altijd ben blijven voelen als dat kleine meisje dat aan papa en mama wil laten zien wat ze allemaal al durft en kan. Of het pubermeisje dat van alles niet durft en kan. En zo lang ik daarin bleef hangen, hoefde ik ook niet. Heeft het hiermee te maken dat ik nog relatief vaak ‘meisje’ werd genoemd door anderen? Pas sinds ik me daarvan bewust ben geworden,  is de weg vrij om mezelf als volwassen vrouw te ervaren. Mijn droom over verhuizen helpt om deze stap te zetten. Dromen naar volwassenheid. “A new reality is just a dream away” (Dadara).

baarmoederblog-12-verhuizenVerhuizen

We gaan verhuizen, mijn man en ik. We gaan naar een kleine woongemeenschap waar het vrij voelt. Het huis is een kleine bungalow en er is ruimte omheen. Groen, glooiing. Ik heb meer gevoel aan deze droom overgehouden dan beelden. Gevoel van kust of wijde bergvallei, grijsbruine ruwe muren, grijsblauw licht buiten, kleiner huis dan we nu hebben en een groot gevoel van vrijheid en verbondenheid.

In het Droomcafé onderzoek ik deze droom. Dat betekent: kijken met een open blik zonder ervan uit te gaan dat het droom-ik naadloos samenvalt met je waak-ik. Het droom-ik voelt rust en vrijheid. Ze voelt verbondenheid met de woongemeenschap maar als ik terugga in de droom zie ik die niet. Het waait. Het droom-ik ervaart ook verwondering bij het bekijken van het huis: dit is helemaal niet ons ‘droomhuis’ maar toch voelt het zo goed. Geen stro en leem. Vanbinnen lijkt het meer op een vakantiehuisje, licht hout, grijsblauwe linoleumvloer. Het droom-ik voelt belangstelling en een soort objectiviteit ten opzichte van huis en gemeenschap. Niet gestuurd door emotie maar door innerlijk weten. “Zo voelt volwassenheid. Zo kan ik verantwoordelijkheid dragen en tegelijk vrij zijn, in verbinding met mijzelf, mijn eigen weten, de elementen en de anderen”, is de boodschap. In het waakleven neem ik die mee om er alert op te zijn: wanneer ben ik volwassen en wanneer word ik weer een puber of klein kind?

In een visualisatie ‘droom’ ik hetzelfde huis (dat ik alweer vergeten was) opnieuw. Nu gaat het erover hoe mijn leven eruit zou zien als ik in optimale gezondheid zou verkeren en alles kon realiseren wat ik wilde. Ik noem het een ‘droomhuis op een superfijne plek die mij energie geeft en blij maakt’. Een paar dagen later zie ik vanuit de bus een huis dat erop lijkt!

Ik voel me steviger op eigen benen staan sinds ik mij volwassen voel. Het leven ‘overkomt’ me minder omdat ik mijn eigen beslissingen neem. Ik neem de verantwoordelijkheid voor mijn leven in het vertrouwen dat ik die dragen kan. Anderen noemen mij niet langer ‘meisje’. Zelfs de relatie met mijn lichaam verandert. Al is mijn buik dikker dan voorheen, ik houd ervan. (Voorheen dacht ik: dikke bult – eigen schuld… Alsof ik iets fout had gedaan met als gevolg mijn vleesboom.) Als ik douche, kijk ik met genoegen naar het mooie vrouwenlichaam in de spiegel. Ik geniet ervan mezelf daarna te verwennen met bodylotion. In een reading ziet het eruit alsof ik mijn lichaam betrek, zoals je in een nieuwe woning kunt gaan wonen – een ander soort verhuizing.

(In dit blog beschrijf ik de veranderingen die in mijn leven plaatsvinden naar aanleiding van de ontdekking van vleesbomen in mijn baarmoeder. Volgende aflevering 7 december: ‘Heimwee’)

Straalangst

StraalangstNu ik minder tijd besteed achter de computer en de agenda minder vol plemp, heb ik tijd om te doen wat ik echt graag wil. Tekenen, schrijven en andere creatieve dingen. Dat geeft een gevoel van ‘Nu komt het eropaan. Dóe ik het nu ook, of laat ik me weerhouden door straalangst?’ Ja, ik doe het, maar het is lang niet altijd makkelijk. Het is honderd keer makkelijker om te blijven hangen in ‘Ik kom maar niet toe aan wat ik echt graag wil’. Het vraagt werkelijk moed en doorzettingsvermogen om het wél te gaan doen! Eén vriendin heeft het over de weerstand en afleidingsmanoeuvres die ze tegenkomt als ze wil doen wat echt belangrijk voor haar is. Ik herken de neiging. Een andere vriendin – die het ook herkent – heeft hier het mooie woord ‘straalangst’ voor gevonden. ‘En die verwarren we vaak met faalangst’, zegt ze.

Straalangst speelt op als je losbreekt uit het web van gewoonte en het maatschappelijke verhaal dat we met veel mensen in stand houden. We zijn druk en we daardoor komen we er niet aan toe onze diepste verlangens te realiseren. Een eerste grote stap is om uit de drukte te stappen, of tussen de drukte door tijd vrij te maken voor de verlangens. De tweede stap is om de verlangens daadwerkelijk te realiseren.

Het verhaal waar je dan uitstapt, lijkt veel op de fabel van de krekel en de mier: zomaar dansen, zoals de krekel doet, leidt tot honger en gebrek. Wees dus ijverig en verantwoordelijk als de mier, die hard werkt om zijn wintervoorraden zeker te stellen. Ik ben trots dat ik nu de moed heb gevonden om te krekelen. Mijn eerste Canadatekening is klaar! Ik zie wat er niet perfect is maar ik ben ontzettend tevreden, vind dat ik het heel goed heb gedaan. Ik hoop dat ik het volhoud en ben benieuwd of het na verloop van tijd makkelijker wordt. Welkom in de krekelclub!

Het bekende gedicht van Marianne Williamson gaat ook over straalangst:

Onze grootste angst is niet dat we ontoereikend zijn.
Onze grootste angst is dat we onmetelijk krachtig zijn.
We zijn het allerbangst voor het licht in ons, niet voor onze duisternis.
We vragen ons af: “Wie ben ik, dat ik briljant, buitengewoon aantrekkelijk, getalenteerd en geweldig zou zijn?”
Maar wie ben jij om dat niet te zijn?
Je bent een kind van God.

Je bewijst de wereld geen dienst door je kleiner voor te doen dan je bent. 

Er is niets verlichts aan in je schulp kruipen om te voorkomen dat mensen zich in jouw aanwezigheid onzeker voelen.
Het is de bedoeling dat we stralen, net als kinderen.
We zijn geboren om de glorie van God, die in ons schuilt, te manifesteren.
Dat licht bevindt zich niet in sommigen onder ons; het is aanwezig in ieder mens.
En als we ons eigen licht laten schijnen, geven we anderen onbewust  toestemming om dat ook te doen.
Wanneer we bevrijd zijn van onze angst, worden anderen door onze aanwezigheid automatisch van angst bevrijd.

(In dit blog schrijf ik wekelijks over de kwartjes die vallen sinds de ontdekking van vleesbomen in mijn baarmoeder. Volgende aflevering 30 november: ‘Dromen naar volwassenheid’)

This is my life: minder = meer

Minder = meer

Minder computer = meer tijd voor creativiteit en ontmoeting

Wat voor veel mensen een open deur is, dringt bij mij druppel voor druppel door: dit is mijn leven en ik mag kiezen hoe ik dat wil invullen. In Canada zijn er weer wat druppels gevallen. En na thuiskomst weersta ik de verleiding terug te schakelen op de automatische piloot van vóór de reis. In plaats daarvan voer ik enkele dringend gewenste veranderingen door, genietend van het besef dat ik daar zeggenschap over heb.

Ik kijk geen tv, maar heb grote belangstelling voor het programma waarin mensen van hun zooi afgeholpen worden. Als iemand erover vertelt, kan ik genietend griezelen van zo’n volgestouwd huis van een verzamelaar. Mijn genot zit er dan in dat ik niet zoveel spullen heb. Maar sinds mijn reis merk ik dat ik geen haar beter ben… Ik heb mijn lurven opgezocht, ze gegrepen en verander. Met verbijsterend resultaat!

Om te beginnen heb ik mijn klerenkasten leeg getrokken. Twee rugzaksetjes heb ik geselecteerd en teruggelegd. De rest heb ik soort bij soort verpakt en met krantenpapier en verse rozemarijn tegen de motten in de berging gelegd. Als ik mijn twee setjes zat ben of als de wisseling der seizoenen vraagt om andere kleding, ga ik naar mijn eigen winkeltje in de berging en zoek een paar nieuwe setjes uit. Ik ben als een kind zo blij met de paar overgebleven kleren en in de berging ligt genoeg voor de komende tien jaar. Het is een verademing, deze ruimte in de klerenkast.

En wat nou zo verbluffend is? Ik blijk bereid te zorgen voor deze beperkte kledingvoorraad: reparaties, vlekken, ik behandel ze met liefde en plezier en ik heb me zelfs al een aantal keren betrapt achter de strijkplank! Toen er nog zoveel in de kast lag, trok ik gewoon wat anders aan, zonder vlek, gat of kreukels. Deze kleine onderhoudsklusjes schenken een tevredenheid die ik niet had vermoed. Mindfulness of Zorgzaam Handelen zonder een cursus te hoeven volgen.

Vervolgens heb ik de computer op rantsoen gezet. Na een paar weken vruchteloos graven in mijn geheugen naar wie mij ooit heeft opgedragen dagelijks minimaal op kantoortijden per mail bereikbaar te zijn, ben ik ermee opgehouden. Met zoeken bedoel ik. En met altijd bereikbaar zijn. Ooit is het er kennelijk ingeslopen, en deze insluiper stal mijn tijd. Geen tijd meer voor een praatje op straat, spontaan met iemand theedrinken of een middag tekenen. Want er was nog zoveel mail die om aandacht en antwoord vroeg, informatie die ik moest verwerken. Dat moest allemaal eerst klaar. En daarna moest ik mezelf troosten met een computerspelletje, want zo leuk vind ik computeren niet. Ik doe het nu nog twee keer per week, behalve in piektijden van redactie of tekstschrijverij. Ik heb in geen tijden zoveel spontane contacten gehad en creativiteit tentoon gespreid!

Nóg een verrassend ‘minder = meer-onderwerp’ is de agenda. Tot voor kort had ik een agenda met een bladzijde per dag. Lekker veel ruimte voor aantekeningen, ik schrijf graag. Dit jaar koos ik voor twee bladzijden per week (minder ruimte = meer overzicht). Sinds ‘Canada’ heb ik twee bladzijden per maand. Minder ruimte = meer ontspanning. Want wat andere mensen met een huis doen, doe ik met een agenda: vol proppen. Oh, hier kan nog wel iets bij en daar past nog wel wat tussen. En dan maar achter mezelf aanrennen van de ene afspraak naar de andere. Nu passen er niet meer afspraken in dan ik met plezier en aandacht kan nakomen. Zelfs in een volle week blijft nog ruimte over voor onverwachte gebeurtenissen – en iedere timemanager zal je leren dat je zulke ruimte moet inplannen. Minder agendablaadjes betekent ook meer ruimte voor notitievelletjes, waarop je kunt tekenen, verhalen en gedichten schrijven = meer plezier.

Nu nog de rest van het huis opruimen, en dan kunnen we in een tent gaan wonen. Minder muren = meer contact met de buitenlucht, en daar word ik nou blij van!

Intussen is de acupuncturiste tevreden over de voortgang van mijn behandeling, en benadrukt ze elke keer het belang van ontspannen en zacht zijn voor mezelf.

(Volgende aflevering woensdag 23 november: ‘Straalangst’)

Op reis

Het wordt zomer en we gaan op reis, mijn lief en ik. Voor mij is het een reis met een speciale betekenis. Van tevoren ik vind het spannend om een maand weg te gaan van mijn acupunctuurbehandelingen; gelukkig krijg ik Chinese kruiden mee. Onderweg blijkt dat de baarmoederontdekkingsreis mijn gevoelens dicht onder de oppervlakte heeft gebracht. Ik word geraakt door alles wat ik zie, hoor en beleef en ik besprenkel de reis met tranen. We lachen erom, het mag er zijn. Als ik na thuiskomst de uitnodiging krijg een reisverhaal te schrijven en voor te dragen op een culturele avond, verwoord ik wat deze reis voor me heeft betekend.

Ruiter op reisIk ga op reis en ik neem mee…

Een oud verhaal. Het verhaal van mijn leven. Het gaat over hoogtes die ik wil bereiken en dieptes die ik moet vermijden. Maar in ons vlakke land is het zo moeilijk om hoogte en diepte te onderscheiden, dat ik steeds de weg kwijtraak. Hoe vaak heb ik al gedacht: yes! Nu nader ik de top! En dan voelde ik toch na verloop van tijd weer nattigheid. Zat ik wéér in hetzelfde moeras! Misschien vanaf een andere kant, maar zompig was het altijd, er ontsnapten kwalijke dampen en ik voelde een paniekerige angst om te verdrinken en een intense boosheid. Woede, dat het me nu wéér gebeurde… opnieuw gefaald. Loser.

Dus ik ga op reis. Ver weg, naar een land met echte pieken en dalen, zodat ik letterlijk naar de top kan klimmen. Ik ga naar Canada.

Alleen de heenreis is al heerlijk: vliegen! Ik houd van het opstijgen, de enorme stuwende kracht die je dan voelt. Ik wil altijd bij het veel te kleine raampje zitten, om vanuit de hoogte neer te kijken op de aarde en de wolken. Alleen de afdaling boezemt me angst in. Ik ben bang voor een klap, om door de aarde heen te zakken. Maar alles gaat goed. Ik land volgens plan in Calgary en trek vandaar de Rocky Mountains in. Eerst een aantal dagen te paard met gids, om enigszins vertrouwd te raken met de omgeving. De planten en dieren, bergen en rivieren. Daarna verder op eigen kracht. Omhoog, omhoog!

Ik leef op de toppen van mijn kunnen, ben trots op de hoogtes die ik bereik, gegrepen door de fenomenale uitzichten, de overweldigende natuur, ik voel me één met heel de omringende wereld. Zelfs de afdalingen die onvermijdelijk volgen op iedere piek, storen me niet. Het zijn gewoon de verbindingswegen naar weer nieuwe hoogtepunten, nieuwe vergezichten, nieuwe ervaringen. Ik ben trots op mijn lichaam dat ongekende prestaties levert. Met bewondering kijk ik naar de roofvogels die hoger vliegen dan ik ooit zal kunnen klimmen. Ik hoef geen andere bergen te beklimmen die nóg hoger zijn. Ik voel me vrij, ga mijn eigen weg en geniet.

Vele weken trek ik zo rond, totdat het moment van vertrek nadert. De terugreis heb ik geboekt vanaf Vancouver en om de weg naar het stadsleven thuis te effenen, besluit ik de laatste dagen van mijn reis in die stad door te brengen. Ik vind een kleinschalige bed & breakfast, koop een paar stadse zomerkleren en sandalen en ga op onderzoek uit. Al snel ontdek ik iets wat ik graag wil zien. Dat is de Capilano Suspension Bridge: een negentiende-eeuwse hangbrug van bijna 140 meter lang over een ravijn van 70 meter diep. Die is niet moeilijk te vinden; de Canadezen kondigen trots hun attracties aan. Tussen andere toeristen schuifel ik het wiebelende geval op, dat meer houvast biedt dan ik had verwacht. Net als anderen blijf ik halverwege staan om in de diepte te kijken en foto’s te maken. Anders dan anderen laat ik mijn zonnebril naar beneden vallen. Stom, geen touwtje aan gebonden! Een fractie later valt het kwartje.

Mijn leven lang heb ik mijn successen op onbereikbare hoogten gezocht en stunten uitgehaald om ze te bereiken. Maar ze liggen gewoon daar beneden, voor het oprapen! Ik weet niet hoe snel ik van de brug af moet komen. Ik elleboog me terug, klauter omlaag, vind wonder boven wonder mijn zonnebril ongeschonden terug. Als ik beneden ben kijk ik nog een keer om naar de brug boven me, de toeristen erop. Ik maak er een foto van, als souvenir van mijn oude leven. Daarna installeer ik me onder een grote boom aan het water. Ik doe mijn ogen dicht en koester me in de zon. Ik laat mijn leven de revue passeren en het ziet er anders uit vanuit deze nieuwe hoek. Het is bezaaid met dauwdruppels en sneeuwkristallen die flonkeren als edelstenen in de zon. En dat is wat ik mee naar huis breng van deze fantastische reis: een nieuw verhaal. Het verhaal van mijn leven.

(In dit blog doe ik wekelijks verslag van mijn belevenissen naar aanleiding van de vondst van vleesbomen. De volgende aflevering ‘This is my life’ komt al op 13 november, omdat ik de 16e alweer op reis ben.)

Bestaansrecht

Het bestaansrecht, waar ik twee weken geleden over schreef, blijft mijn aandacht opeisen. Al jaren lang. Heel ongemakkelijk, het is een klus om het telkens weer in de kast terug te duwen en de deur op slot te doen. Ik, die zo’n talent heb om anderen hun bestaansrecht en hun waarde te laten voelen, zit zelf nog steeds zonder. Als de kastdeur weer piepend opengaat, laat ik het thema tevoorschijn komen en vat de moed om ervoor te gaan zitten. Ik schrijf zonder nadenken op wat in me opkomt:

“De grootste doorbraak waar ik op hoop in mijn leven, is dat ik mezelf bestaansrecht toeken. Gewoon, omdat ik er ben. En dat dat dan onvoorwaardelijk en voor onbepaalde tijd is. Het is me nog steeds niet gelukt. Af en toe even, en als ik maar druk genoeg doe en me met mensen omring, heb ik goede afleiding. Maar ik mis nog altijd de basis. Ik voel me zo’n waardeloze, verwende nietsnut. Kijk naar mij… mijn leven zou een feest moeten zijn. Liefhebbende man die mijn bestaan bekostigt, liefhebbende dochter die de fijnste mens is die ik me voor kan stellen (en velen met mij), andere lieve mensen om me heen, poes, tuin, bloemen, elke dag eten en kleren genoeg… En ik zit maar te janken want ik verdien het allemaal niet. Ik ben maar aan het creëren en creëren en creëren als een malle om te bewijzen dat ik wel wat verdien, maar ik weet het niet te baren en houd het dan maar weer binnen met als gevolg een dolgedraaide baarmoeder met vleesbomen. Het voelt als falen dat ik dat patroon niet kan loslaten, met als toekomstige straf dat straks mijn baarmoeder wordt verwijderd. Ook omdat ik het als kind zó vreselijk vond een meisje te zijn. ‘Ik laat mijn borsten eraf snijden’, zei ik, ‘en mijn baarmoeder en zo ook, dan hoef ik ook niet te menstrueren’. Oh wat wilde ik dit lichaam niet, wat heb ik het gehaat! Ik, die zo’n gaaf en goed functionerend lichaam heb gekregen. Versmaad geschenk. Net als een goed stel hersens en het hele geschenk van het leven. Ik kan er niet mee uit de  voeten. Leven in dit lichaam, ervaren in dit lichaam, uitdrukking geven aan mijzelf in de wereld via dit lichaam – hoe doe ik dat? Na vijftig jaar weet ik het nog steeds niet. Soms zou ik opnieuw willen beginnen en als ik dan bijna weet hoe, denk ik dat het toch niet kan. Maar waarom niet? Elke dag is een nieuwe. Hoe zou een nieuwe start eruit kunnen zien? Ik zou dan open en transparant willen zijn. Over wat ik doe (en laat) en waarom en hoe ik dat ervaar. Ik snap niet waarom ik dat wereldkundig zou willen maken – exhibitionisme, facebookmentaliteit? Misschien als tegenwicht tegen mijn verstopte bestaan nu? Omdat ik diep vanbinnen weet dat we elkaar kunnen helpen door open te zijn over onze groeiprocessen?”

Mandala 'Bestaansrecht'Er begint iets van hoop te gloren en ik teken hoe bestaansrecht eruitziet. Die tekening hang ik naast mijn bed. Ik val ermee in slaap en ik word ermee wakker. Hij kalmeert me en maakt me blij.

Overdag valt me op wanneer ik weer in de tredmolen van prestatie en presentatie stap. Als reactie stroop ik mijn mouwen op om dat met wortel en tak uit te roeien. En realiseer me dat dat precies de manier is die ik wil loslaten. Dankzij de griep is mijn leven klein en traag, en dat voelt gezond en vredig. Er komen nieuwe dingen op mijn pad. Er borrelen leuke ideeën op. Het voelt alsof ik een lijntje te pakken heb. De staart van een vlieger, met kleurige strikjes eraan. Langzamerhand voel ik meer energie. De griep verdwijnt en stap voor stap voer ik mijn ideeën uit. Om te beginnen neem ik afscheid van dingen die me weg trekken uit mijn omgeving: de bakfiets, de moestuin. Ik trek me terug in mijn eigen territorium en geef daar mijn liefde zorgzaam vorm.

(Dit blog gaat over de ontdekkingsreis die ik maak sinds ik weet dat er vleesbomen in mijn buik groeien. Volgende aflevering 9 november: ‘Op reis’)