Auteursarchief: Anneke

Fijne boeken

fijne boekenAltijd op zoek naar betekenis en zin, verslond ik een tijdlang boeken die de betekenis van bepaalde aandoeningen konden duiden. Ik ben ermee gestopt. Al gaven ze vaak een waardevolle denkrichting aan, ik vind het uiteindelijk geen fijne boeken. Niet voor iemand zoals ik, met een groot talent om mezelf te veroordelen. Want veel van deze boeken zwaaien met een geheven vingertje hun boodschap in het rond: “Heb jij déze ziekte? Dan doe je dít fout !” Daar word je toch niet blij van, als je al zo tobt met alles wat je fout doet? Laat staan gezond.

Mijn vreugde was dan ook groot, toen ik geattendeerd werd op een ander boek. Ook vol zingeving, maar op een liefdevolle en open manier. Momenteel is het een beetje mijn lijfboek: ‘Vrouwenlichaam, vrouwenwijsheid’ van Christiane Northrup. Deze gynaecologe, verloskundige en vrouwengenezer beschrijft het vrouwenlichaam op een holistische manier, met aandacht voor de bouw en functie van onze organen, maar ook voor de manier waarop onze cultuur ernaar kijkt en voor invloeden van belangrijke ervaringen in het leven op gezondheid en ziekte. Alle vrouwelijke organen, seksualiteit, zwangerschap en kinderloosheid komen aan de orde. Met een apart deel over hoe je zelf je gezondheid kunt ondersteunen.

Daarmee kom ik bij de zelfhulpboeken. Ook buitengewoon boeiend, ook geen fijne boeken. Ze hielpen mij niet. Ze worden vaak gepresenteerd als een soort receptenboeken: Jantje heeft ontdekt hoe ‘het’ werkt. (‘Het’ is gezond, gelukkig, rijk, succesvol of iets anders worden.) Doe hetzelfde als Jantje, dan word jij het ook! Maar ik ben Jantje niet, en al maak ik hetzelfde mee, dan nog is het voor mij een andere ervaring dan voor Jantje. En daarom heb ik mijn eigen recepten nodig, die ik zelf zal moeten ontdekken. Het fijne van Northrup is dat ze je stimuleert om deze ontdekkingsreis aan te gaan en handvatten geeft voor onderweg.

En zo komen er de laatste tijd meer fijne boeken op mijn pad. Ik noem ‘De Transparante Mens’ van Bertien van Woelderen. Het is een handboek medische basiskennis met veel aandacht voor psychosomatiek. Van Woelderen legt onder meer uit hoe ervaringen en emoties veranderingen kunnen veroorzaken in de cellen van het lichaam. Zo wordt begrijpelijk hoe lichaam en geest samenwerken. En hoe we een beetje zelfzorg kunnen inbrengen in het dagelijks leven door de manier waarop we met onze gevoelens en ervaringen omgaan.

Verder kreeg ik het digitale werkboek ‘Voluit vrouw-zijn’ van Janneke Robers. Daar kom ik inhoudelijk op terug in 2017, want het is een cadeau aan mezelf waar ik volgend jaar elke week een stukje in ga werken. Ik kreeg het aangeboden toen ik ontdekte dat ik bang was voor mijn lichaam (zie vorige week). En omdat ik inmiddels weet dat gevoelens en emoties daar iets mee te maken hebben, heb ik ook ‘Het gevoelsorkest’ aangeschaft. Dat is geen boek maar een spel om te leren bewuster te luisteren naar de verschillende klanken van je gevoelens, ze allemaal een plaats te geven in je orkest en te kijken wie de dirigent is. Gemaakt voor de begeleiding van kinderen, en mijn innerlijke kind wordt er vrolijk van!

Mijn tips voor het vinden van fijne boeken: 1) ga niet zoeken maar vind ze, ze komen als vanzelf naar je toe via vrienden, recensies of omdat je oog er toevallig op valt 2) voel wat ze in jou aanspreken of versterken – je innerlijke criticus, je hart of nog iets anders 3) ga na of ze de juiste weg aanduiden of een instrument aanreiken waarmee je je innerlijke kompas kunt ijken.

 (In dit blog beschrijf ik mijn ontdekkingsreis naar vitale gezondheid, die begon met de vondst van vleesbomen in mijn baarmoeder. Volgende aflevering woensdag 28 december: ‘Vleesbomen volgens Northrup’)

Bang voor lichaam

Bang voor lichaamEen leven lijkt wel op een ui: allemaal laagjes om een kern heen. Heb je de ene laag afgepeld, komt er een volgende tevoorschijn. Had je gedacht het centrale knelpunt van je leven op te lossen, blijkt er weer wat onder te zitten. Ik beland bij: bang voor lichaam.

Had ik al verteld dat ik een hele tijd heb rondgelopen met het idee ‘eigen schuld – dikke bult’? Letterlijk. Dat ik iets fout had gedaan met als gevolg mijn vleesboom. Als straf bijna. Maar dat idee is gaandeweg verdwenen. Het is genadeloos en gemeen, het past bij de slechte regisseur (zie vorige week). Ik weet niet wanneer het veranderde, maar nu voel ik dat mijn lichaam het beste doet wat het kan doen. En dat mijn wezen (of ziel) ook het beste doet wat het kan doen. Samen gaan we zo goed mogelijk om met wat we in het leven tegenkomen.

Maar als mijn darmen weer verstopt zitten, is dat dikke schrik! Wég vertrouwen… Mijn baarmoeder voelt alsof er een kind tot aan mijn navel zit. Ik zeg tegen de acupuncturiste: “Straks heb ik een buik vol kanker.” Ze behandelt de verstopping succesvol en stuurt me naar de gynaecoloog. Die stelt mij meer dan gerust: er is niets meer dan de vleesboom, en die is maar 1 centimeter gegroeid. En ze zegt, anders dan de vorige: “Als je ertoe besluit dat je hem weg wilt laten halen, kan ik je uitstekend opereren zonder je baarmoeder te verwijderen.” Sjonge, wat een opluchting! Plotseling wordt een operatie net zoiets als een bevalling: het liefst blijf ik thuis, maar als het nodig is, is het fijn dat het ziekenhuis uitkomst kan bieden.

Toch voel ik – zonder de kwade regisseur – angst voor mijn lichaam. De volgende laag van mijn ui. Ik let de hele week op waar ik nou precies bang voor ben en kom heel wat tegen. Bang voor kwalen, bang voor te veel lichaam, bang voor mijn seksualiteit, bang om mijn emoties te voelen. Een paar keer ga ik in bad liggen of in bed met een kruik en laat een van de bange gevoelens komen. De angst voor kwalen bijvoorbeeld, blijkt een oude van de regisseur te zijn. Kwalen, vooral als ze tot ziekenhuisbehandeling leiden, waren in zijn visie een bewijs van mislukking. Opnieuw zet ik hem eruit en stel er mijn eigen visie tegenover. Kwalen kunnen pure pech zijn, of bijvoorbeeld een signaal om het rustiger aan te doen. In elk geval geven ze aan dat het lichaam liefdevolle zorg nodig heeft. Met mislukking hebben ze niets te maken, en voor niet bestaande kwalen hoef ik niet bang te zijn.

Deze belangstellende observatie van mijn angsten maakt mij zachter voor mezelf. Een veiligheidspantser zakt weg. Spanning in mijn lichaam neemt af. Luisteren naar mijn lichaam betekent voelen waar ik behoefte aan heb en mezelf dat geven. Een knuffel bijvoorbeeld. Een pauze. Een blik op de vogels in de tuin. Ik krijg het werkboek ‘Voluit vrouw-zijn’ aangeboden. Bijzondere timing toch? Ik bestel het.

(In dit blog beschrijf ik de belevenissen die mij toevallen sinds de ontdekking van vleesbomen in mijn baarmoeder. Volgende aflevering 21 december: Interessante boeken)

Regie in eigen hand

Ik zou schrijven over heimwee, maar dat moet maar even wachten. Deze week heb ik zo’n belangrijke ontdekking gedaan dat ik daarover wil vertellen! Ze sluit aan bij de straalangst en bij de vraag of ik al dan niet een operatie nodig zal hebben om mijn vleesbomen te verwijderen. Ik heb mijn regie in eigen hand genomen.

Wat gebeurde er?

Ik hoorde ergens in mij een stem die mij voorhield dat ik op een operatie afstevende. “Kijk dan, je buik groeit. Jouw ontdekkingsreis is zinloos, die zal je niet helpen. Al je moeite voert je alleen maar naar een mislukking en dan word je geopereerd.” Deze stem wilde ik niet horen. Ik wilde niet dat het waar was wat hij zei en ik was bang voor hem en ik stopte mijn oren dicht maar hij klonk vanbinnen. “Net zoals je mislukt bent in je carrière. En straks krijg je kanker en dat wil je dan natuurlijk ook alternatief behandelen en dat zal ook mislukken en dan ga je dood en het enige wat je je zult herinneren is dat je wéér mislukt bent.”

Eigenlijk zou je boos moeten worden als iemand zulke nare dingen tegen je zegt! Maar ik voelde alleen maar mijn kracht en vertrouwen wegstromen, ik liep leeg als een ballon en werd heel klein en bang. Een gevoel dat ik heel goed ken, omdat ik het heel vaak heb meegemaakt. Ditmaal vatte ik moed en onderzocht waar hij vandaan kwam. Ik deed een reading voor mezelf en belandde in een vorig leven.

door een poort van bomen naar regie in eigen handIk was een slavin in Egypte in de twaalfde eeuw voor Christus. Een hooggeplaatste man nam mij tot partner, waardoor ik werd vrijgemaakt uit de slavernij. Hij hield niet van me maar vond me knap en wilde met mij pronken. Daarvoor moest ik me gedragen zoals hij zei, opdat hij zich niet voor mij hoefde schamen. Hij liet me altijd mijn onwaardige afkomst voelen en dat ik dankbaar moest zijn dat hij mij wilde hebben. Mijn leven was eenzamer en ellendiger dan toen ik slaaf was en ik moest hem wel gehoorzamen om enigszins leefbaar te kunnen leven. Ik stierf met het gevoel dat ik was mislukt en niets waard was; dat had hij me steeds ingeprent om mij klein, afhankelijk en gehoorzaam te houden. Hij had de regie. En hij zat nog altijd comfortabel in de regisseursstoel van mijn eenentwintigste-eeuwse leven. Ik had die plek voor hem vrijgehouden, en hij voedde nog altijd mijn mislukking, nietswaardigheid en afhankelijkheid. Ik ontsloeg hem uit de rol van regisseur, bedankte voor de leerzame ervaringen en de kracht die ik inmiddels had opgebouwd, en liet hem vertrekken naar de rest van zijn energie. Toen heb ik mijn regie in eigen hand genomen en al mijn ruimte opgevuld met mijn eigen energie. Bij deze rolwisseling passeerde ik een ‘poort’ van twee zeer oude bomen. Ik heb hem voor de poort achtergelaten en ben er zelf doorheen gegaan.

Deze reading werpt een nieuw licht op mijn steeds terugkerende gevoel van nietswaardigheid, mijn overdreven dankbaarheid als ik ‘er mag zijn’, mijn zogenaamde mislukkingen, mijn afhankelijkheid van en boosheid op mannen. Al deze puzzelstukjes vielen op hun plaats. Het was een opluchting om dit te zien, maar ik merk nu dat ik er nog niet meer klaar ben. Ik ben geïndoctrineerd na eeuwen van gehoorzaamheid (Stockholmsyndroom) en heb tijd nodig om weer helemaal van mezelf te worden. Te leren regisseren, zeg maar. Wordt vervolgd.

(In dit blog onthul ik de levenslessen die ik leer naar aanleiding van de vleesbomen in mijn baarmoeder. Volgende aflevering woensdag 14 december)

Dromen naar volwassenheid

Blijven hangen in het bekende verhaal (zie vorige week) is ook een manier om te ontkomen aan de verantwoordelijkheid voor het eigen leven. Het heeft voor mij te maken met volwassen worden. Pas kort geleden realiseerde ik mij dat ik mezelf altijd ben blijven voelen als dat kleine meisje dat aan papa en mama wil laten zien wat ze allemaal al durft en kan. Of het pubermeisje dat van alles niet durft en kan. En zo lang ik daarin bleef hangen, hoefde ik ook niet. Heeft het hiermee te maken dat ik nog relatief vaak ‘meisje’ werd genoemd door anderen? Pas sinds ik me daarvan bewust ben geworden,  is de weg vrij om mezelf als volwassen vrouw te ervaren. Mijn droom over verhuizen helpt om deze stap te zetten. Dromen naar volwassenheid. “A new reality is just a dream away” (Dadara).

baarmoederblog-12-verhuizenVerhuizen

We gaan verhuizen, mijn man en ik. We gaan naar een kleine woongemeenschap waar het vrij voelt. Het huis is een kleine bungalow en er is ruimte omheen. Groen, glooiing. Ik heb meer gevoel aan deze droom overgehouden dan beelden. Gevoel van kust of wijde bergvallei, grijsbruine ruwe muren, grijsblauw licht buiten, kleiner huis dan we nu hebben en een groot gevoel van vrijheid en verbondenheid.

In het Droomcafé onderzoek ik deze droom. Dat betekent: kijken met een open blik zonder ervan uit te gaan dat het droom-ik naadloos samenvalt met je waak-ik. Het droom-ik voelt rust en vrijheid. Ze voelt verbondenheid met de woongemeenschap maar als ik terugga in de droom zie ik die niet. Het waait. Het droom-ik ervaart ook verwondering bij het bekijken van het huis: dit is helemaal niet ons ‘droomhuis’ maar toch voelt het zo goed. Geen stro en leem. Vanbinnen lijkt het meer op een vakantiehuisje, licht hout, grijsblauwe linoleumvloer. Het droom-ik voelt belangstelling en een soort objectiviteit ten opzichte van huis en gemeenschap. Niet gestuurd door emotie maar door innerlijk weten. “Zo voelt volwassenheid. Zo kan ik verantwoordelijkheid dragen en tegelijk vrij zijn, in verbinding met mijzelf, mijn eigen weten, de elementen en de anderen”, is de boodschap. In het waakleven neem ik die mee om er alert op te zijn: wanneer ben ik volwassen en wanneer word ik weer een puber of klein kind?

In een visualisatie ‘droom’ ik hetzelfde huis (dat ik alweer vergeten was) opnieuw. Nu gaat het erover hoe mijn leven eruit zou zien als ik in optimale gezondheid zou verkeren en alles kon realiseren wat ik wilde. Ik noem het een ‘droomhuis op een superfijne plek die mij energie geeft en blij maakt’. Een paar dagen later zie ik vanuit de bus een huis dat erop lijkt!

Ik voel me steviger op eigen benen staan sinds ik mij volwassen voel. Het leven ‘overkomt’ me minder omdat ik mijn eigen beslissingen neem. Ik neem de verantwoordelijkheid voor mijn leven in het vertrouwen dat ik die dragen kan. Anderen noemen mij niet langer ‘meisje’. Zelfs de relatie met mijn lichaam verandert. Al is mijn buik dikker dan voorheen, ik houd ervan. (Voorheen dacht ik: dikke bult – eigen schuld… Alsof ik iets fout had gedaan met als gevolg mijn vleesboom.) Als ik douche, kijk ik met genoegen naar het mooie vrouwenlichaam in de spiegel. Ik geniet ervan mezelf daarna te verwennen met bodylotion. In een reading ziet het eruit alsof ik mijn lichaam betrek, zoals je in een nieuwe woning kunt gaan wonen – een ander soort verhuizing.

(In dit blog beschrijf ik de veranderingen die in mijn leven plaatsvinden naar aanleiding van de ontdekking van vleesbomen in mijn baarmoeder. Volgende aflevering 7 december: ‘Heimwee’)

Straalangst

StraalangstNu ik minder tijd besteed achter de computer en de agenda minder vol plemp, heb ik tijd om te doen wat ik echt graag wil. Tekenen, schrijven en andere creatieve dingen. Dat geeft een gevoel van ‘Nu komt het eropaan. Dóe ik het nu ook, of laat ik me weerhouden door straalangst?’ Ja, ik doe het, maar het is lang niet altijd makkelijk. Het is honderd keer makkelijker om te blijven hangen in ‘Ik kom maar niet toe aan wat ik echt graag wil’. Het vraagt werkelijk moed en doorzettingsvermogen om het wél te gaan doen! Eén vriendin heeft het over de weerstand en afleidingsmanoeuvres die ze tegenkomt als ze wil doen wat echt belangrijk voor haar is. Ik herken de neiging. Een andere vriendin – die het ook herkent – heeft hier het mooie woord ‘straalangst’ voor gevonden. ‘En die verwarren we vaak met faalangst’, zegt ze.

Straalangst speelt op als je losbreekt uit het web van gewoonte en het maatschappelijke verhaal dat we met veel mensen in stand houden. We zijn druk en we daardoor komen we er niet aan toe onze diepste verlangens te realiseren. Een eerste grote stap is om uit de drukte te stappen, of tussen de drukte door tijd vrij te maken voor de verlangens. De tweede stap is om de verlangens daadwerkelijk te realiseren.

Het verhaal waar je dan uitstapt, lijkt veel op de fabel van de krekel en de mier: zomaar dansen, zoals de krekel doet, leidt tot honger en gebrek. Wees dus ijverig en verantwoordelijk als de mier, die hard werkt om zijn wintervoorraden zeker te stellen. Ik ben trots dat ik nu de moed heb gevonden om te krekelen. Mijn eerste Canadatekening is klaar! Ik zie wat er niet perfect is maar ik ben ontzettend tevreden, vind dat ik het heel goed heb gedaan. Ik hoop dat ik het volhoud en ben benieuwd of het na verloop van tijd makkelijker wordt. Welkom in de krekelclub!

Het bekende gedicht van Marianne Williamson gaat ook over straalangst:

Onze grootste angst is niet dat we ontoereikend zijn.
Onze grootste angst is dat we onmetelijk krachtig zijn.
We zijn het allerbangst voor het licht in ons, niet voor onze duisternis.
We vragen ons af: “Wie ben ik, dat ik briljant, buitengewoon aantrekkelijk, getalenteerd en geweldig zou zijn?”
Maar wie ben jij om dat niet te zijn?
Je bent een kind van God.

Je bewijst de wereld geen dienst door je kleiner voor te doen dan je bent. 

Er is niets verlichts aan in je schulp kruipen om te voorkomen dat mensen zich in jouw aanwezigheid onzeker voelen.
Het is de bedoeling dat we stralen, net als kinderen.
We zijn geboren om de glorie van God, die in ons schuilt, te manifesteren.
Dat licht bevindt zich niet in sommigen onder ons; het is aanwezig in ieder mens.
En als we ons eigen licht laten schijnen, geven we anderen onbewust  toestemming om dat ook te doen.
Wanneer we bevrijd zijn van onze angst, worden anderen door onze aanwezigheid automatisch van angst bevrijd.

(In dit blog schrijf ik wekelijks over de kwartjes die vallen sinds de ontdekking van vleesbomen in mijn baarmoeder. Volgende aflevering 30 november: ‘Dromen naar volwassenheid’)

This is my life: minder = meer

Minder = meer

Minder computer = meer tijd voor creativiteit en ontmoeting

Wat voor veel mensen een open deur is, dringt bij mij druppel voor druppel door: dit is mijn leven en ik mag kiezen hoe ik dat wil invullen. In Canada zijn er weer wat druppels gevallen. En na thuiskomst weersta ik de verleiding terug te schakelen op de automatische piloot van vóór de reis. In plaats daarvan voer ik enkele dringend gewenste veranderingen door, genietend van het besef dat ik daar zeggenschap over heb.

Ik kijk geen tv, maar heb grote belangstelling voor het programma waarin mensen van hun zooi afgeholpen worden. Als iemand erover vertelt, kan ik genietend griezelen van zo’n volgestouwd huis van een verzamelaar. Mijn genot zit er dan in dat ik niet zoveel spullen heb. Maar sinds mijn reis merk ik dat ik geen haar beter ben… Ik heb mijn lurven opgezocht, ze gegrepen en verander. Met verbijsterend resultaat!

Om te beginnen heb ik mijn klerenkasten leeg getrokken. Twee rugzaksetjes heb ik geselecteerd en teruggelegd. De rest heb ik soort bij soort verpakt en met krantenpapier en verse rozemarijn tegen de motten in de berging gelegd. Als ik mijn twee setjes zat ben of als de wisseling der seizoenen vraagt om andere kleding, ga ik naar mijn eigen winkeltje in de berging en zoek een paar nieuwe setjes uit. Ik ben als een kind zo blij met de paar overgebleven kleren en in de berging ligt genoeg voor de komende tien jaar. Het is een verademing, deze ruimte in de klerenkast.

En wat nou zo verbluffend is? Ik blijk bereid te zorgen voor deze beperkte kledingvoorraad: reparaties, vlekken, ik behandel ze met liefde en plezier en ik heb me zelfs al een aantal keren betrapt achter de strijkplank! Toen er nog zoveel in de kast lag, trok ik gewoon wat anders aan, zonder vlek, gat of kreukels. Deze kleine onderhoudsklusjes schenken een tevredenheid die ik niet had vermoed. Mindfulness of Zorgzaam Handelen zonder een cursus te hoeven volgen.

Vervolgens heb ik de computer op rantsoen gezet. Na een paar weken vruchteloos graven in mijn geheugen naar wie mij ooit heeft opgedragen dagelijks minimaal op kantoortijden per mail bereikbaar te zijn, ben ik ermee opgehouden. Met zoeken bedoel ik. En met altijd bereikbaar zijn. Ooit is het er kennelijk ingeslopen, en deze insluiper stal mijn tijd. Geen tijd meer voor een praatje op straat, spontaan met iemand theedrinken of een middag tekenen. Want er was nog zoveel mail die om aandacht en antwoord vroeg, informatie die ik moest verwerken. Dat moest allemaal eerst klaar. En daarna moest ik mezelf troosten met een computerspelletje, want zo leuk vind ik computeren niet. Ik doe het nu nog twee keer per week, behalve in piektijden van redactie of tekstschrijverij. Ik heb in geen tijden zoveel spontane contacten gehad en creativiteit tentoon gespreid!

Nóg een verrassend ‘minder = meer-onderwerp’ is de agenda. Tot voor kort had ik een agenda met een bladzijde per dag. Lekker veel ruimte voor aantekeningen, ik schrijf graag. Dit jaar koos ik voor twee bladzijden per week (minder ruimte = meer overzicht). Sinds ‘Canada’ heb ik twee bladzijden per maand. Minder ruimte = meer ontspanning. Want wat andere mensen met een huis doen, doe ik met een agenda: vol proppen. Oh, hier kan nog wel iets bij en daar past nog wel wat tussen. En dan maar achter mezelf aanrennen van de ene afspraak naar de andere. Nu passen er niet meer afspraken in dan ik met plezier en aandacht kan nakomen. Zelfs in een volle week blijft nog ruimte over voor onverwachte gebeurtenissen – en iedere timemanager zal je leren dat je zulke ruimte moet inplannen. Minder agendablaadjes betekent ook meer ruimte voor notitievelletjes, waarop je kunt tekenen, verhalen en gedichten schrijven = meer plezier.

Nu nog de rest van het huis opruimen, en dan kunnen we in een tent gaan wonen. Minder muren = meer contact met de buitenlucht, en daar word ik nou blij van!

Intussen is de acupuncturiste tevreden over de voortgang van mijn behandeling, en benadrukt ze elke keer het belang van ontspannen en zacht zijn voor mezelf.

(Volgende aflevering woensdag 23 november: ‘Straalangst’)

Op reis

Het wordt zomer en we gaan op reis, mijn lief en ik. Voor mij is het een reis met een speciale betekenis. Van tevoren ik vind het spannend om een maand weg te gaan van mijn acupunctuurbehandelingen; gelukkig krijg ik Chinese kruiden mee. Onderweg blijkt dat de baarmoederontdekkingsreis mijn gevoelens dicht onder de oppervlakte heeft gebracht. Ik word geraakt door alles wat ik zie, hoor en beleef en ik besprenkel de reis met tranen. We lachen erom, het mag er zijn. Als ik na thuiskomst de uitnodiging krijg een reisverhaal te schrijven en voor te dragen op een culturele avond, verwoord ik wat deze reis voor me heeft betekend.

Ruiter op reisIk ga op reis en ik neem mee…

Een oud verhaal. Het verhaal van mijn leven. Het gaat over hoogtes die ik wil bereiken en dieptes die ik moet vermijden. Maar in ons vlakke land is het zo moeilijk om hoogte en diepte te onderscheiden, dat ik steeds de weg kwijtraak. Hoe vaak heb ik al gedacht: yes! Nu nader ik de top! En dan voelde ik toch na verloop van tijd weer nattigheid. Zat ik wéér in hetzelfde moeras! Misschien vanaf een andere kant, maar zompig was het altijd, er ontsnapten kwalijke dampen en ik voelde een paniekerige angst om te verdrinken en een intense boosheid. Woede, dat het me nu wéér gebeurde… opnieuw gefaald. Loser.

Dus ik ga op reis. Ver weg, naar een land met echte pieken en dalen, zodat ik letterlijk naar de top kan klimmen. Ik ga naar Canada.

Alleen de heenreis is al heerlijk: vliegen! Ik houd van het opstijgen, de enorme stuwende kracht die je dan voelt. Ik wil altijd bij het veel te kleine raampje zitten, om vanuit de hoogte neer te kijken op de aarde en de wolken. Alleen de afdaling boezemt me angst in. Ik ben bang voor een klap, om door de aarde heen te zakken. Maar alles gaat goed. Ik land volgens plan in Calgary en trek vandaar de Rocky Mountains in. Eerst een aantal dagen te paard met gids, om enigszins vertrouwd te raken met de omgeving. De planten en dieren, bergen en rivieren. Daarna verder op eigen kracht. Omhoog, omhoog!

Ik leef op de toppen van mijn kunnen, ben trots op de hoogtes die ik bereik, gegrepen door de fenomenale uitzichten, de overweldigende natuur, ik voel me één met heel de omringende wereld. Zelfs de afdalingen die onvermijdelijk volgen op iedere piek, storen me niet. Het zijn gewoon de verbindingswegen naar weer nieuwe hoogtepunten, nieuwe vergezichten, nieuwe ervaringen. Ik ben trots op mijn lichaam dat ongekende prestaties levert. Met bewondering kijk ik naar de roofvogels die hoger vliegen dan ik ooit zal kunnen klimmen. Ik hoef geen andere bergen te beklimmen die nóg hoger zijn. Ik voel me vrij, ga mijn eigen weg en geniet.

Vele weken trek ik zo rond, totdat het moment van vertrek nadert. De terugreis heb ik geboekt vanaf Vancouver en om de weg naar het stadsleven thuis te effenen, besluit ik de laatste dagen van mijn reis in die stad door te brengen. Ik vind een kleinschalige bed & breakfast, koop een paar stadse zomerkleren en sandalen en ga op onderzoek uit. Al snel ontdek ik iets wat ik graag wil zien. Dat is de Capilano Suspension Bridge: een negentiende-eeuwse hangbrug van bijna 140 meter lang over een ravijn van 70 meter diep. Die is niet moeilijk te vinden; de Canadezen kondigen trots hun attracties aan. Tussen andere toeristen schuifel ik het wiebelende geval op, dat meer houvast biedt dan ik had verwacht. Net als anderen blijf ik halverwege staan om in de diepte te kijken en foto’s te maken. Anders dan anderen laat ik mijn zonnebril naar beneden vallen. Stom, geen touwtje aan gebonden! Een fractie later valt het kwartje.

Mijn leven lang heb ik mijn successen op onbereikbare hoogten gezocht en stunten uitgehaald om ze te bereiken. Maar ze liggen gewoon daar beneden, voor het oprapen! Ik weet niet hoe snel ik van de brug af moet komen. Ik elleboog me terug, klauter omlaag, vind wonder boven wonder mijn zonnebril ongeschonden terug. Als ik beneden ben kijk ik nog een keer om naar de brug boven me, de toeristen erop. Ik maak er een foto van, als souvenir van mijn oude leven. Daarna installeer ik me onder een grote boom aan het water. Ik doe mijn ogen dicht en koester me in de zon. Ik laat mijn leven de revue passeren en het ziet er anders uit vanuit deze nieuwe hoek. Het is bezaaid met dauwdruppels en sneeuwkristallen die flonkeren als edelstenen in de zon. En dat is wat ik mee naar huis breng van deze fantastische reis: een nieuw verhaal. Het verhaal van mijn leven.

(In dit blog doe ik wekelijks verslag van mijn belevenissen naar aanleiding van de vondst van vleesbomen. De volgende aflevering ‘This is my life’ komt al op 13 november, omdat ik de 16e alweer op reis ben.)

Bestaansrecht

Het bestaansrecht, waar ik twee weken geleden over schreef, blijft mijn aandacht opeisen. Al jaren lang. Heel ongemakkelijk, het is een klus om het telkens weer in de kast terug te duwen en de deur op slot te doen. Ik, die zo’n talent heb om anderen hun bestaansrecht en hun waarde te laten voelen, zit zelf nog steeds zonder. Als de kastdeur weer piepend opengaat, laat ik het thema tevoorschijn komen en vat de moed om ervoor te gaan zitten. Ik schrijf zonder nadenken op wat in me opkomt:

“De grootste doorbraak waar ik op hoop in mijn leven, is dat ik mezelf bestaansrecht toeken. Gewoon, omdat ik er ben. En dat dat dan onvoorwaardelijk en voor onbepaalde tijd is. Het is me nog steeds niet gelukt. Af en toe even, en als ik maar druk genoeg doe en me met mensen omring, heb ik goede afleiding. Maar ik mis nog altijd de basis. Ik voel me zo’n waardeloze, verwende nietsnut. Kijk naar mij… mijn leven zou een feest moeten zijn. Liefhebbende man die mijn bestaan bekostigt, liefhebbende dochter die de fijnste mens is die ik me voor kan stellen (en velen met mij), andere lieve mensen om me heen, poes, tuin, bloemen, elke dag eten en kleren genoeg… En ik zit maar te janken want ik verdien het allemaal niet. Ik ben maar aan het creëren en creëren en creëren als een malle om te bewijzen dat ik wel wat verdien, maar ik weet het niet te baren en houd het dan maar weer binnen met als gevolg een dolgedraaide baarmoeder met vleesbomen. Het voelt als falen dat ik dat patroon niet kan loslaten, met als toekomstige straf dat straks mijn baarmoeder wordt verwijderd. Ook omdat ik het als kind zó vreselijk vond een meisje te zijn. ‘Ik laat mijn borsten eraf snijden’, zei ik, ‘en mijn baarmoeder en zo ook, dan hoef ik ook niet te menstrueren’. Oh wat wilde ik dit lichaam niet, wat heb ik het gehaat! Ik, die zo’n gaaf en goed functionerend lichaam heb gekregen. Versmaad geschenk. Net als een goed stel hersens en het hele geschenk van het leven. Ik kan er niet mee uit de  voeten. Leven in dit lichaam, ervaren in dit lichaam, uitdrukking geven aan mijzelf in de wereld via dit lichaam – hoe doe ik dat? Na vijftig jaar weet ik het nog steeds niet. Soms zou ik opnieuw willen beginnen en als ik dan bijna weet hoe, denk ik dat het toch niet kan. Maar waarom niet? Elke dag is een nieuwe. Hoe zou een nieuwe start eruit kunnen zien? Ik zou dan open en transparant willen zijn. Over wat ik doe (en laat) en waarom en hoe ik dat ervaar. Ik snap niet waarom ik dat wereldkundig zou willen maken – exhibitionisme, facebookmentaliteit? Misschien als tegenwicht tegen mijn verstopte bestaan nu? Omdat ik diep vanbinnen weet dat we elkaar kunnen helpen door open te zijn over onze groeiprocessen?”

Mandala 'Bestaansrecht'Er begint iets van hoop te gloren en ik teken hoe bestaansrecht eruitziet. Die tekening hang ik naast mijn bed. Ik val ermee in slaap en ik word ermee wakker. Hij kalmeert me en maakt me blij.

Overdag valt me op wanneer ik weer in de tredmolen van prestatie en presentatie stap. Als reactie stroop ik mijn mouwen op om dat met wortel en tak uit te roeien. En realiseer me dat dat precies de manier is die ik wil loslaten. Dankzij de griep is mijn leven klein en traag, en dat voelt gezond en vredig. Er komen nieuwe dingen op mijn pad. Er borrelen leuke ideeën op. Het voelt alsof ik een lijntje te pakken heb. De staart van een vlieger, met kleurige strikjes eraan. Langzamerhand voel ik meer energie. De griep verdwijnt en stap voor stap voer ik mijn ideeën uit. Om te beginnen neem ik afscheid van dingen die me weg trekken uit mijn omgeving: de bakfiets, de moestuin. Ik trek me terug in mijn eigen territorium en geef daar mijn liefde zorgzaam vorm.

(Dit blog gaat over de ontdekkingsreis die ik maak sinds ik weet dat er vleesbomen in mijn buik groeien. Volgende aflevering 9 november: ‘Op reis’)

Behandelmogelijkheden

Toen ik net wist dat ik vleesbomen had, heb ik informatie verzameld over de behandelmogelijkheden. Ik kon het niet onthouden en heb het bewaard in een documentje. Nu heb ik het er weer bij gepakt. Dit is wat ik vond.

Soorten vleesbomen

Soorten vleesbomen en hun locaties. Bron: www.robotic-assisted-surgery.org

Baarmoedervleesbomen worden ook leiomyomata of myomen genoemd. Het zijn goedaardige tumoren. Ze vormen de meest voorkomende tumoren bij vrouwen en zijn niet levensbedreigend. Je kunt ze opmerken door abnormale bloedingen, buikpijn, verstopping en veelvuldig urineren. Vleesbomen kunnen soms tot spontane abortus of onvruchtbaarheid leiden. Maar net zo vaak merk je er helemaal niets van.

Standaardbehandeling

Als ze klachten geven, kan het verstandig zijn de vleesbomen of de hele baarmoeder te verwijderen. Afhankelijk van de grootte van de vleesboom en de plaats waar die zit, zijn er verschillende soorten operaties mogelijk:

  1. Verwijdering van alleen de vleesbomen via een kijkbuisje door de vagina (hysteroscopie) of door de buikwand (laparascopische operatie).
  2. ‘Uitpellen’ van grote vleesbomen, meestal via de buik.
  3. Verwijderen van de baarmoeder inclusief de vleesbomen. Soms gaat dit via de vagina, maar soms ook via een buikoperatie.

Medische alternatieven

  1. Bij een uterus embolisatie brengt de radioloog een katheter naar de baarmoeder. Daar spuit hij kleine plastic of gelatine korreltjes doorheen in het bloedvat dat bloed toevoert naar de vleesboom. Doordat dit bloedvat afgesloten wordt, zal de vleesboom verschrompelen.
  2. MR-hifu: een combinatie van ultrageluid (beter bekend als echo) en MRI. Ultrageluid wordt gebundeld in het myoom. Daardoor wordt het weefsel lokaal verwarmd tot boven 55°C, zodat de cellen kapot gaan en afsterven. Het behandelde weefsel van het myoom wordt door het lichaam geabsorbeerd en het myoom zal krimpen in de maanden na de behandeling.
  3. Hormoonbehandeling:
    • De pil reguleert zware en pijnlijke menstruaties.
    • Progesteron voorkomt de eisprong en daarmee de menstruatie.
    • LH-RH-antagonisten bootsen de menopauze na. De vleesbomen worden kleiner, maar er treden ook overgangsklachten op, van opvliegers tot botontkalking. Niet geschikt voor langdurig gebruik.

Alternatieve behandelmogelijkheden

Omdat vleesbomen relatief ongevaarlijk zijn, is het – zolang ze geen onoverkomelijke klachten geven – mogelijk te onderzoeken of een alternatieve behandeling ze kan verhelpen. Zorg in elk geval voor een gezond gewicht en voldoende beweging. Daarnaast kun je de volgende mogelijkheden overwegen:

  1. Acupunctuur: helpt tegen pijnlijke menstruatie met zware bloedingen. Voor verkleinen van de vleesboom is het nodig acupunctuur te combineren met:
  2. Chinese kruiden – dit is de oudste kruidengeneeskunde op aarde. Van 100 vrouwen hebben er 90 baat bij een behandeling met deze kruiden, blijkt uit onderzoek.
  3. Homeopathie: raadpleeg een gekwalificeerde homeopaat, deze kan goede adviezen geven en preparaten voorschrijven.
  4. Voeding: een goede natuurdiëtist kan helpen met een uitgebalanceerd dieet:
    • Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die vaak rood vlees (= vlees van zoogdieren) eten eerder vleesbomen ontwikkelen. Groene groenten, fruit en vis beschermen juist tegen de vorming van vleesbomen. Over sojaproducten is discussie:  gefermenteerde soja zou vleesbomen remmen; andere soja zou de groei bevorderen.
    • Kurkuma remt de tumorgroei.
    • Zware metalen zijn een veroorzaker van vleesbomen, met name cadmium. Het blijkt dat een hoog percentage van vrouwen met vleesbomen meer cadmium in hun bloed hebben dan gemiddeld. Cadmium zit onder andere in geëmailleerde pannen, sigarettenrook, verontreinigde lucht en plastic.
  5. Gemmotherapie met mammoetboom remt de vorming van overmatig bindweefsel en verzacht pijnlijke menstruatie.

Zelf kies ik in eerste instantie voor de alternatieve weg. Nu ik de medische mogelijkheden opnieuw heb doorgelezen, krijg ik hoop dat er ook voor mij een baarmoedersparende behandeling mogelijk is, mocht een medische ingreep ooit nodig zijn.

Bronnen:

(In dit blog schrijf ik over de ontdekkingsreis die volgt op de vondst van myomen in mijn baarmoeder. Volgende aflevering 2 november: Bestaansrecht)

Paniek!

baarmoederblog-6-drolAl vóór de vleesbomen zich aandienden, wist ik diep van binnen: als ik ooit serieuze gezondheidsklachten krijg, spelen die zich af in mijn buik. Dat ik dat misschien kon voorkomen, waarde als een schaduw door mijn bewustzijn, maar ik had geen flauw idee hoe. Eenmaal ‘bebost’ ontdek ik eigenlijk in een vrij hoog tempo wat er allemaal opgeslagen ligt in mijn buik: verdriet, woede, teleurstelling, angst, al die creaties waarop ik zo mijn best had gedaan maar die ik geen plek wist te geven in de wereld… Ik wil graag grote schoonmaak houden, maar weet nog steeds niet hoe.

En nu is het bos zo groot geworden dat het mijn darmen afknelt en ik niet meer kan poepen. Ik probeer verschillende laxeermethoden, met minimaal resultaat. Ik voel hoe ik steeds voller word, mijn eetlust neemt zienderogen af. Help! Dit mag niet al te lang duren, want met zoveel afvalstoffen in je darmen vergiftig je van binnenuit en bovendien herinner ik me de ontreddering van een vriendin met een darmafsluiting die poep kotste omdat het er via de normale route niet uit kon. Het chirurgenmes dat mét het vleesbos mijn baarmoeder zal wegkappen, hangt als een zwaard van Damocles boven mijn buik. Waar ligt de sleutel tot verandering? Wie of wat kan mij uitstel van operatie bieden?

Plotseling leg ik daadkracht aan de dag. Ik stop met stilletjes verdragen en geduldig mijn beurt afwachten en roep om hulp. Midden in de nacht. De volgende ochtend komt er al antwoord. De acupuncturiste die gespecialiseerd is in vrouwenkwalen denkt mij te kunnen helpen en heeft over een paar dagen al plaats voor me. De uitgebreide gezondheidsreading met medewerking van een arts, die me meer inzicht moet geven in de energetische achtergrond van het  hele verhaal, wordt meer dan een maand vervroegd. Tegelijk slaat de griep hard toe en met flinke koorts en op trillende benen zeg ik al mijn afspraken af behalve die twee. Ze geven me inzicht, behandeling, kruiden, aandacht en liefde en daarmee verrijkt sleep ik me terug naar mijn bank, kruik en kat.

Daar komen de tranen. Vanuit mijn tenen en nog dieper. Uiting van het gevoel mislukt te zijn, mijn bestaansrecht niet te verdienen. Dat diepste verdriet dat telkens terugkomt en dat ik keer op keer verstop achter een vrolijk gezicht, terwijl ik dankbaar de talrijke zegeningen van mijn leven tel. Want die zijn toch óók echt? Ik ben goed in dankbaarheid, niet in verdriet. En als ze dan allebei voor het oprapen liggen, raap ik maar op wat ik kan. Maar nu moet het anders, om te voorkomen dat ik binnen de kortste keren onder het gevreesde mes lig.

Hoe? De tijd dringt en ik weet het nog steeds niet. Ik weet allang dat die vleesbomen deels gemaakt zijn van verdriet. Het spreekt zelfs tot me: “Ik zit goed verstopt en maak af en toe een geluidje – jasmijnthee graag want dat geeft de meeste troost. Dan luister je en geef je me wat ik vraag. Maar waarom haal je me nooit tevoorschijn in het licht? Want dat wil ik zo graag. Erkenning, gezien worden, dat jij weet wat ik draag. Schaam je je voor me, ben je bang? Ik ben toch heel vertrouwd, ik zit hier al zo lang…” Tranen, tranen, tranen, en dan: woorden. Ik houd ze niet langer binnen maar schrijf ze op en spreek ze uit. De drang tot lijfsbehoud is groter dan de angst te kwetsen. Ik spreek en schrijf en teken, maak contact, van binnen naar buiten – en poep mijn darmen leeg, zonder laxeermiddel. Uitgeput en opgelucht zak ik terug op de bank. Kruik, kat, vogeltjes en bloemen in de tuin.

(In dit blog schrijf ik wekelijks over het avontuur dat begonnen is met de ontdekking van ‘iets’ onderin mijn buik. Volgende aflevering: woensdag 26 oktober ‘Behandelmogelijkheden’)