Paniek!

baarmoederblog-6-drolAl vóór de vleesbomen zich aandienden, wist ik diep van binnen: als ik ooit serieuze gezondheidsklachten krijg, spelen die zich af in mijn buik. Dat ik dat misschien kon voorkomen, waarde als een schaduw door mijn bewustzijn, maar ik had geen flauw idee hoe. Eenmaal ‘bebost’ ontdek ik eigenlijk in een vrij hoog tempo wat er allemaal opgeslagen ligt in mijn buik: verdriet, woede, teleurstelling, angst, al die creaties waarop ik zo mijn best had gedaan maar die ik geen plek wist te geven in de wereld… Ik wil graag grote schoonmaak houden, maar weet nog steeds niet hoe.

En nu is het bos zo groot geworden dat het mijn darmen afknelt en ik niet meer kan poepen. Ik probeer verschillende laxeermethoden, met minimaal resultaat. Ik voel hoe ik steeds voller word, mijn eetlust neemt zienderogen af. Help! Dit mag niet al te lang duren, want met zoveel afvalstoffen in je darmen vergiftig je van binnenuit en bovendien herinner ik me de ontreddering van een vriendin met een darmafsluiting die poep kotste omdat het er via de normale route niet uit kon. Het chirurgenmes dat mét het vleesbos mijn baarmoeder zal wegkappen, hangt als een zwaard van Damocles boven mijn buik. Waar ligt de sleutel tot verandering? Wie of wat kan mij uitstel van operatie bieden?

Plotseling leg ik daadkracht aan de dag. Ik stop met stilletjes verdragen en geduldig mijn beurt afwachten en roep om hulp. Midden in de nacht. De volgende ochtend komt er al antwoord. De acupuncturiste die gespecialiseerd is in vrouwenkwalen denkt mij te kunnen helpen en heeft over een paar dagen al plaats voor me. De uitgebreide gezondheidsreading met medewerking van een arts, die me meer inzicht moet geven in de energetische achtergrond van het  hele verhaal, wordt meer dan een maand vervroegd. Tegelijk slaat de griep hard toe en met flinke koorts en op trillende benen zeg ik al mijn afspraken af behalve die twee. Ze geven me inzicht, behandeling, kruiden, aandacht en liefde en daarmee verrijkt sleep ik me terug naar mijn bank, kruik en kat.

Daar komen de tranen. Vanuit mijn tenen en nog dieper. Uiting van het gevoel mislukt te zijn, mijn bestaansrecht niet te verdienen. Dat diepste verdriet dat telkens terugkomt en dat ik keer op keer verstop achter een vrolijk gezicht, terwijl ik dankbaar de talrijke zegeningen van mijn leven tel. Want die zijn toch óók echt? Ik ben goed in dankbaarheid, niet in verdriet. En als ze dan allebei voor het oprapen liggen, raap ik maar op wat ik kan. Maar nu moet het anders, om te voorkomen dat ik binnen de kortste keren onder het gevreesde mes lig.

Hoe? De tijd dringt en ik weet het nog steeds niet. Ik weet allang dat die vleesbomen deels gemaakt zijn van verdriet. Het spreekt zelfs tot me: “Ik zit goed verstopt en maak af en toe een geluidje – jasmijnthee graag want dat geeft de meeste troost. Dan luister je en geef je me wat ik vraag. Maar waarom haal je me nooit tevoorschijn in het licht? Want dat wil ik zo graag. Erkenning, gezien worden, dat jij weet wat ik draag. Schaam je je voor me, ben je bang? Ik ben toch heel vertrouwd, ik zit hier al zo lang…” Tranen, tranen, tranen, en dan: woorden. Ik houd ze niet langer binnen maar schrijf ze op en spreek ze uit. De drang tot lijfsbehoud is groter dan de angst te kwetsen. Ik spreek en schrijf en teken, maak contact, van binnen naar buiten – en poep mijn darmen leeg, zonder laxeermiddel. Uitgeput en opgelucht zak ik terug op de bank. Kruik, kat, vogeltjes en bloemen in de tuin.

(In dit blog schrijf ik wekelijks over het avontuur dat begonnen is met de ontdekking van ‘iets’ onderin mijn buik. Volgende aflevering: woensdag 26 oktober ‘Behandelmogelijkheden’)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.